Kneus
Daar zat ie. Op z’n rode kuipstoeltje in vak LL, rij 38 of 23 of 47. Hij was voor PSV, dat moest wel, want hij zat achter twee lagen ondergespuugd plexiglas en droeg een rood-zwart-wit sjaaltje onder z’n skijack.
PSV kreeg een kans. Hij zei: oe.
Willem II scoorde, hij keek over zijn schouder en zag achthonderd mensen juichen.
Die mensen die de hele tijd al stonden te zingen.
PSV kreeg een kans. Hij deed niks.
Willem II maakte een overtreding. Hij keek boos.
PSV zette aan. Hij zat.
PSV gooide de bal naar voren. Hij zweeg.
Het was rust. Tijd voor een colaatje.
PSV kwam het veld op. Hij applaudisseerde. PSV wisselde. Hij floot. PSV kreeg een penalty, hij keek naar het vak links van hem, lachte overdreven en stak z’n middelvinger op.
PSV mistte.
PSV probeerde de bal voor te gooien. Hij zat daar op z’n kuipstoeltje.
Er kwam nu geluid van de overkant. Come on PSV riepen ze. Hij niet.
PSV scoorde. Hij stond op.
PSV scoorde weer. Hij stond weer op.
PSV won. Hij stond op, draaide zich naar de achthonderd mensen die achter het plexiglas your support is fucking shit zongen, bracht zijn rechterhand naar de kruisstreek en maakte een soepele beweging vanuit de pols.
Inderdaad. Dan ben je een kneus.