
Grasmannen van Willem II houden geen zomerstop: ‘Dit is mijn grote passie’
Waar de meeste voetballers momenteel in een zonnig oord genieten van het mooie weer, gaat het werk voor de ‘grasmannen’ gewoon door. “Wij zijn hier het hele jaar mee bezig”, vertelt Ron de Graaf. Het tiptop maken (en houden) van het veld in het stadion van Willem II is al tien jaar zijn werk. “En mijn grote passie.”
“Dit werk moet je alleen maar doen als je er passie voor hebt”, vertelt De Graaf in de loods van sportbedrijf Tilburg. “Het is geen baan van negen tot vijf. We zijn erg afhankelijk van het weer. Daar houden we rekening mee, omdat we ons werk zo goed mogelijk willen doen.” Ron doet vandaag het woord, maar hij doet het veld in het Koning Willem II Stadion niet alleen. Gerard Gillis en Jan van Baast zijn de grasmaatjes van Ron.
De beste van de eredivisie?
De mat in het stadion werd de afgelopen jaren twee keer uitgeroepen tot het beste gras van de Jupiler League. De twee jaren dat Willem II een niveautje lager speelde, leverde dat de mannen dus een mooie prijs op. “We hopen die prijs ook een keer in de eredivisie te pakken”, aldus Ron. “Maar dat zal niet makkelijk worden.”
Nu het zomerstop is, wordt de mat in het stadion volledig vervangen. “De dag na de laatste thuiswedstrijd zijn we daaraan begonnen.” In augustus moet het gras er bij de start van de competitie helemaal goed bij liggen.
Ron is iedere dag bezig met het gras in het stadion van Willem II. Ik keek vandaag een paar uurtjes met hem mee. ?? pic.twitter.com/JHnp1aWOAx
— Joost van Erp (@joostvanerp) June 19, 2018
Iedere dag maaien
“We maaien de mat bijna iedere dag”, zegt Ron die met veel plezier over zijn werk praat. “We letten op de kleinste details. Vanmiddag gaan we weer een stuk bemesten. We willen het zo goed mogelijk krijgen.”
Andere ogen
Met Ron is het overigens lastig om naar een wedstrijd van Willem II te kijken. Hij heeft zijn ogen vooral op het gras gericht. “Daar ben je de hele tijd mee bezig”, vertelt de inwoner van Udenhout. Dromen van een transfer, het blijft toch de voetballerij, doet hij niet. “Nee, joh. Het is goed zo. Ik woon hier in de buurt. En dat is wel prettig, omdat je vaak op het stadion moet zijn.”
Bron: omroepbrabant